Wilfried en zijn machine

Mens en machine   

Liefde voor machines, voor onze machinist Wilfried Krisman begon het al vroeg: ‘Al vanaf mijn zesde was ik dagelijks op de boerderij van de buren. In plaats van naar huis, fietste ik uit school daar naartoe. Daar is het begonnen.’

 

Heel logisch

‘Vooral de trekker vond ik geweldig. Toen ik zestien was haalde ik mijn trekker-rijbewijs. Mijn vader zei: ‘Zou je niet eens ergens anders naartoe gaan en iets verdienen?’ Hij had gelijk. Zo begon ik bij Van Lenthe Dalfsen. Heel logisch voor mij aangezien Van Lenthe in die tijd veel loonwerk deed voor boeren. Elke zaterdag waste ik machines, zette ik spullen klaar en soms mocht ik met de trekker op pad. Ik startte de monteursopleiding, maar toen m’n vader ziek werd, gooide ik daar met de pet naar. Eigenlijk wilde ik helemaal niet meer naar school, maar Herman van Lenthe overtuigde me de machinistenopleiding te doen. Daar ben ik nog steeds blij mee.

 

Hobby én passie

Je groeit het bedrijf in. Dat begint klein, met een klein kraantje. En van je collega’s leer je veel. Ik werd een ‘springer’, zo van ‘dat kan je ook wel’. Ik sprong van de trekker op de shovel, op de kraan, elke paar dagen iets anders, tot ik een ‘eigen’ kraantje kreeg. Zo gaat het dan verder. Ik zat jaren op de minikraan, daarna op een 5-tonner, een 7-tonner rups en een 9-tonner mobiele kraan. Nu – sinds november 2022 – draai ik op een Caterpillar 15-tons mobiele kraan. Als je een echte machinist bent, dan kan je overal op draaien, zo zie ik het, al is het wel anders of je op banden of op rups staat. Dertig jaar doe ik dit werk nu. Mijn werk is mijn hobby én mijn passie.

 

Dat is mooi

Ik heb al veel meegemaakt. Op de zaak begonnen we met acht of negen man, dat zijn er nu zo’n vijftig. Niet alleen de materialen zijn in die tijd flink vernieuwd, ook de werkplaats en het management. Ik heb het nog steeds heel erg naar m’n zin. De laatste vijftien à zestien jaar werk ik voornamelijk in de graskeien. Klus en machinist moeten bij elkaar passen en op de zaak weten ze dondersgoed wie wat kan. Soms werk ik alleen, soms met een clubje. Dat is mooi. Ik heb goeie collega’s, zelfs de nieuwe aanwas, de jeugd zeg maar, zijn allemaal goeie jongens. Ik vind het ook mooi dat ik als machinist betrokken word. Inhoudelijk bij het werk, maar bijvoorbeeld ook als men op het punt staat nieuwe materialen of een machine te kopen.

 

Elke dag leer ik wat

Nu werk ik dus met een nieuwe kraan. Alles is elektrisch aangestuurd. Dat is anders draaien en het is even wennen, maar het gaat goed. Deze kraan is groter, minder wendbaar en met heel veel snufjes. Ik probeer dingen uit en als ik iets bijzonders tegenkom op het werk, zoek ik de mogelijkheden uit die er zijn. Elke dag leer ik wat. Er zitten zoveel knoppen op, de helft ervan heb ik nog niet gebruikt. Met de stick kan ik bedienen én sturen. Soms is dat gemakkelijk en soms ook niet. En die gripper, die leek me wel wat. Inmiddels wil ik ‘m echt niet meer missen. De moderne techniek maakt het makkelijker en ook leuker. Ik vind van wel!’

 

Meer zien